Rondom de kerk bevindt zich een grindpad waar ik mij menigmaal aan heb opengehaald, struikelend met kinderlijk enthousiasme, onderweg naar de scouting.
In de zomer was het weer tijd om slootje te springen. Dwars door de weilanden heen en onderweg kwamen we alles tegen. Zwanen, broedende meerkoeten en muskusratten vormden de obstakels.
Ik bedacht me dat de vogels wel even moesten uitrusten in de tuin tijdens hun uitputtende reis naar Afrika.
Ik was boos.
Het keukenblad bestond uit zwart graniet met kleine fossieltjes erin dat me fascineerde.
Na schooltijd gingen wij altijd voetballen op het pleintje. Het spel dat wij speelde heette "tienen" en als je verloor moest je voor het muurtje staan terwijl de winnaars billenbrand uitdeelde.
De bouw van het huis hebben we vanaf de fundering meegemaakt. Voorheen stonden er schuurtjes, moestuintjes en geiten, maar uiteindelijk woonden er twee zwijntjes.